Het doek van Robert Mols met de afbeelding van de stapelhuizen aan het Willemdok is wel het pronkstuk van onze collectie. Robert Mols genoot zijn opleiding aan de academie te Antwerpen en vervolmaakte zich in Parijs. Op jeugdige leeftijd maakte hij vele reizen door Europa. In 1870 vestigde hij zich te Antwerpen.

Aangetrokken door de havenactiviteiten in Antwerpen, Rotterdam en in de Franse havens, waar hij menigmaal vertoefde, werd hij van dan af een ware marineschilder.

Het Willemdok, oorspronkelijk genoemd le grand bassin werd gegraven samen met le petit bassin nu het Bonaparte dok op bevel van Napoleon, op de terreinen waar de Graanvliet en de Timmervliet lagen, gekend onder de Nieuwstad. De Graanvliet lag het dichts bij het centrum van de stad, de Timmervliet het meest noordelijk. Tussen beide vlieten stond het Hansehuis en nu het MAS. Het eerste Hansehuis stond op de Oude Koornmarkt 26 genaamd De Cluyse. In 1564 – 1568 werd het grote Hansehuis in de Nieuwstad gebouwd. In 1893 brandde het volledig af. Het schilderij werd gemaakt van op de plaats waar nu het MAS staat. In het Willemdok, later herdoopt naar Koning Willem I der Nederlanden, die over onze contreien regeerde van 1815 tot de onafhankelijkheid in 1830, zien we verschillende types van schepen. Zo bemerken we een schoenerbrik, een driemastbark en beurtschepen. Aan de vlaggen te zien die ze voerden kwamen ze uit verschillende landen, zoals Zweden, Frankrijk, Spanje en Rusland. Het was wel zo dat de schilder de artistieke vrijheid had om het internationale karakter van Antwerpen te benadrukken.

Een van de gebouwen op de achtergrond is op 1 november 1857 ingestort. Toen een fotograaf ter plaatse kwam om de ravage vast te leggen, vroeg hij aan de hulpdiensten die het puin doorzochten even te poseren voor de foto. In dit stil moment hoorden ze een slachtoffer onder het puin om hulp roepen. Zo werd de arbeider François Maren, de dag na de instorting, bijna ongedeerd gered.