Sint Antonius

De klipperaak Sint Antonius werd in 1914 gebouwd als zeilvaartuig op de werf van Polydor De Roose in Ledeberg, een werf die eind 19e eeuw aan de Schelde in Ledeberg gevestigd was. Later werd er in de Sint Antonius een motor ingebouwd, een gloeikopmotor van het merk ‘Industrie’.

De Sint Antonius voer op de kanalen en binnenwateren van Vlaanderen en Nederland. Het type klipper was niet zo populair dan de waal. Het schip was tot 1969 in de vaart.

De Sint Antonius werd gebouwd in geklonken ijzer met een klipperkop en een rond en vol achterschip. Wellicht had het schip aanvankelijk een houten roer dat werd vervangen door een stalen exemplaar bij het inbouwen van de motor. Het schip heeft een houten luikenkap over het ruim.

De klipperaak onderscheidt zich van de (binnen)klipper door het achterschip. In plaats van een teruglopend achterschip en het hek achter de roerkoning, heeft de klipperaak een vol en rond achterschip met aanhangend roer, zoals de aak of tjalk. Daarom heeft het schip van oorsprong geen stuurwiel maar een helmhout waarmee gestuurd werd.
Door dit volle achterschip had het schip ook een groter achteronder dan de klipper, zodat er meer leefruimte was voor de schipper en zijn gezin.

In tegenstelling tot de verschillende verbouwde klipperaken die nog in Nederland varen is dit exemplaar nog volledig origineel.

Sint Antonius

klipperaak
vrachtschip tot in 1969, nadien museumschip

bouwjaar 1914
werf van Polydoor De Roose in Ledeberg

lengte 27,11 m
breedte 4,76 m
laadvermogen 125 ton

De stad Antwerpen is eigenaar
Vastgesteld varend erfgoed sinds 2017

Klipperaak Sint Antonius in het Maritiem Park in 2010.
© Maarten Van Dijck, Beeldbank Onroerend Erfgoed