Courlis

De Antwerpse knots was een type vissersschip dat vooral werd ingezet voor de garnalenvangst op de Westerschelde. De knots was ongeveer 10 m lang en 4 m breed. Het houten schip had een bun. Dit is een deel van het ruim waar het rivierwater vrij in en uit kon stromen, om de vissen en garnalen in leven te houden tijdens het transport.

Het einde van de visserij op de Schelde betekende ook het verdwijnen van de vloot van houten vissersschepen. De toenemende haventrafiek en vervuiling bemoeilijkten al rond 1900 het vissen op de Schelde. Bovendien zorgde de ontwikkeling van de garnaalvisserij aan de kust en vooral het vlotte transport van de vangst naar het binnenland ervoor dat de garnaalvisserij op de Schelde minder rendabel werd. In 1890 waren er nog 26 knotsen in de vaart. Tegen 1909 bleven er maar zeven meer over, een aantal dat in de jaren nadien verder slonk.

Antwerpse knots, Courlis

De boeier,  Courlis, is in 1928 gebouwd als jacht voor de pleziervaart op de werf Pochet in Merksem.

In 1959 kreeg het bootje een grondige restauratiebeurt en werd er op de werf Meert in Noeveren een motor ingebouwd.

De Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum kochten Courlis in 1994 van de laatste Nederlandse eigenaar, Idema, en schonken het bootje aan het museum.

De Courlis werd in eigen beheer gerestaureerd.

In 2018 werd Courlis door de stad in bruikleen gegeven aan Tolerant vzw. Sindsdien ligt Courlis in de CNR-loods te Rupelmonde.

Boeiers waren van oorsprong kleine Friese vrachtscheepjes die al in de 15de eeuw werden gebouwd. Vanaf de 17de eeuw werden ze ook als “bateau de plaisance” voor de rijke burgerij gebouwd.

Van oorsprong een houten bootje maar veel later werden ze ook van ijzer of staal gemaakt. Ze behoren tot de groep van de kromstevens.

Over de herkomst van het woord boeier is nog geen duidelijkheid, maar men denkt dat het woord werd afgeleid is van ‘boeien’ of ‘opboeien’, een methode voor het buigen en vastzetten van planken.

Onze Courlis werd in 1928 gebouwd als jacht voor de pleziervaart op de werf Pochet in Merksem.

In 1959 kreeg het bootje een grondige restauratiebeurt en werd er op de werf Meert in Noeveren een motor ingebouwd.

De Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum kochten Courlis in 1994 en schonken het bootje aan het museum.

In 2018 werd Courlis door de stad in bruikleen gegeven aan Tolerant vzw. Sindsdien ligt Courlis in de CNR-loods te Rupelmonde.

Courlis

Boeier
houten platbodem
zeiljacht voor pleziervaart

bouwjaar 1928
werf Pochet in Merksem

lengte 7,69 m
breedte 2,43 m

De stad Antwerpen is eigenaar sinds 1994
Beschermd varend erfgoed sinds 2017

 

Courlis in het Maritiem Park in 2017.